De A-ware Food Group gaat op vier verschillende manieren melk ophalen ten behoeve van de nog te bouwen kaasfabriek in Heerenveen. Naast een lidmaatschap van NoorderlandMelk zijn er voor melkveehouders dus ook andere manieren om melk te leveren.
Robert van Ballegooijen, directielid van A-ware Food Group, licht toe op welke vier manieren A-ware de kaasfabriek in Heerenveen wil voorzien van melk. De eerste stroom vloeit voort uit de afspraak met de coöperatieve leveranciersvereniging NoorderlandMelk. De 160 leden brengen bij aanvang jaarlijks zo’n 120 miljoen kilo melk in, wat op termijn meer zal worden. Bovendien gaat de leveranciersvereniging het lidmaatschap openstellen, zodat meer boeren kunnen toetreden.
De tweede stroom melk wil A-ware Food Group realiseren door langetermijnafspraken te maken met individuele melkveehouders. Op deze manier wil A-ware in eerste instantie 100 miljoen kilo melk ophalen. ‘De bedoeling is om één op één met die boeren aan tafel te gaan zitten’, aldus Van Ballegooijen. ‘Wij willen melkveehouders die bij ons passen en omgekeerd moeten wij ook bij de melkveehouders passen.’
De melkveehouder kan straks kiezen uit twee opties: met of zonder een financiële inleg per 100 kilo melk. A-ware wil nog niet kwijt om welk bedrag het gaat. Alleen maar dat de vergoeding voor deze inleg ‘correct en concurrerend is’. Ook wil Van Ballegooijen nog niet naar buiten treden over de hoogte van de melkprijs. Wel benadrukt hij dat in beide opties het echt gaat om een verbintenis op lange termijn.
De derde stroom melk is afkomstig van de zogenoemde Dutch Milk Foundation (DMF). Deze stichting beheert in opdracht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) totaal 1,2 miljard kilo melk die Royal FrieslandCampina (RFC) na de fusie van de NMa beschikbaar moest stellen aan nieuwe producenten van dagverse melk en kaas. Dit om een te dominante positie van RFC aan de inkoopkant van boerderijmelk te voorkomen.
Arla (Nijkerk) en De Graafstroom (Bleskensgraaf) maken al gebruik van deze regeling. A-ware zegt straks over 300 miljoen kilo melk te kunnen beschikken uit deze pool.
De vierde stroom melk bestaat uit kort lopende overeenkomsten met partijen die melk willen leveren. ‘Dat zijn allemaal aparte contracten voor bepaalde tijd’, zegt Ballegooijen.
Van Ballegooijen realiseert zich terdege dat geïnteresseerde melkveehouders meer informatie willen om te beoordelen in hoeverre A-ware voor hen een aantrekkelijke optie is. Zo wordt er gewerkt aan een online rekentool waarmee precies uitgerekend kan worden wat de melkprijs van A-ware betekent voor de individuele melkveehouder.
De komende tijd volgt meer informatie over de financiële inbreng en het rendement daarop. Tot slot benadrukt A-ware dat het niet de bedoeling is zich af te zetten tegen welke zuivelpartij dan ook. Van Ballegooijen: ‘Dat wij een eigen kaasfabriek bouwen die we van melk moeten voorzien, heeft puur te maken met de strategie van het bedrijf om achterwaarts te integreren om zo de kaasactiviteiten in de hele keten veilig te stellen. De verwachting is dat de hoeveelheid boerderijmelk in Nederland zal groeien. Met de investering in de nieuwe fabriek in Heerenveen speelt A-ware Food Group hierop in.’
In het tweede februari-nummer van Veeteelt komt een uitgebreid interview met algemeen directeur Jan Anker en Robert van Ballegooijen over de visie van A-ware Food Group op de internationale kaasmarkt.
Heeft u nieuws dat voor de redactie interessant is? Laat het ons weten!
A-ware